
Inleiding
Galicië bestaat uit de provincies La Coruña, Lugo, Orense en Pontevedra, met bekende steden als Santiago de Compostela, Vigo, enz.
De successierechten en schenkingsrechten zijn een staatsbelasting. Deze wordt geregeld door Wet 29/1987 van 18 december betreffende de successierechten en schenkingsrechten en de uitvoeringsbesluit daarvan is Koninklijk Besluit 1629/1991 van 8 november. Deze nationale belasting kan echter door de regio’s worden aangepast en verbeterd. Zo wordt in de regio Galicië de successie- en schenkingsrechten geregeld en aangepast door de regionale wet Ley 9/2008, de 28 de julio, gallega de medidas tributarias en relación con el impuesto sobre sucesiones y donaciones.
In dit gedeelte gaan we uitsluitend in op kortingen, belastingtarieven en bonussen op de successie- en schenkingsrechten in Galicië . Voor andere aspecten, zoals de erfopvolging, het uitvoeren van een buitenlands testament enz., kunt u terecht in onze rubriek Erfopvolging, waar alle aspecten en procedures van het erfrecht onafhankelijk van de specifieke regio waar de procedure wordt uitgevoerd, worden beschreven.
Erfopvolging
Vermindering van de belastinggrondslag
Vermindering wegens verwantschap
Bij verkrijging door overlijden, met inbegrip van begunstigden van levensverzekeringen, wordt wegens verwantschap met de overledene de overeenkomstige vermindering toegepast op de personen die tot de volgende groepen behoren:
a) Groep I: verkrijgingen door nakomelingen en geadopteerden jonger dan 21 jaar.
1.000.000 euro, vermeerderd met 100.000 euro voor elk jaar dat de erfgenaam jonger is dan 21 jaar, met een maximum van 1.500.000 euro.
b) Groep II: verwervingen door nakomelingen en geadopteerden van 21 jaar of ouder, echtgenoten, ascendenten en adoptieouders
1.000.000 euro.
c) Groep III: verwervingen door zij- en achterkleinkinderen in de tweede graad door bloedverwantschap.
16.000 euro;
Andere zijtakken in de tweede graad, zijtakken in de derde graad en bloedverwanten in opgaande en neergaande lijn door aanverwantschap.
8.000 euro.
d) Groep IV: bij verwervingen door zijtakken in de vierde graad, verder verwijderde en vreemde graden.
Er is geen ruimte voor vermindering.
– Vermindering wegens invaliditeit
Bij verkrijgingen door overlijden, met inbegrip van die van begunstigden van levensverzekeringen, wordt de volgende vermindering toegepast:
a) Vermindering van 150.000 euro voor belastingplichtigen die wettelijk als gehandicapt worden beschouwd, met een invaliditeitsgraad van 33% of meer en minder dan 65%, overeenkomstig de schaal bedoeld in artikel 148 van de herziene tekst van de Algemene Wet Sociale Zekerheid, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit 1/1994 van 20 juni.
b) Vermindering van 100% van de belastbare grondslag voor belastingplichtigen die behoren tot de groepen I en II bedoeld in het tweede lid hierboven, overeenkomstig de bovengenoemde regelgeving, die een invaliditeitsgraad van 65% of meer aantonen, op voorwaarde dat het reeds bestaande vermogen van de belastingplichtige niet meer dan 3.000.000 euro bedraagt.
c) Vermindering van 300.000 euro voor belastingplichtigen die, overeenkomstig de bovengenoemde regelgeving, een invaliditeitsgraad van 65% of meer kunnen aantonen en geen recht hebben op de vermindering vermeld in de vorige letter.
– Eerste woning
Wanneer de belastbare basis van een verkrijging bij dood omvat de waarde van de hoofdverblijfplaats van de overledene, en de verkrijging overeenkomt met zijn of haar nakomelingen of geadopteerden, ascendenten of adoptanten en zijnen of haarneven en nichten, door bloedverwantschap, wordt een vermindering toegepast met een maximum van 600.000 euro en wordt het overeenkomstige percentage van de vermindering toegepast op basis van de totale werkelijke waarde van het onroerend goed:
Reële waarde van het onroerend goed | Verminderingspercentage |
Tot 150.000,00 euro | 99 |
Van 150.000,01 tot 300.000,00 euro | 97 |
Meer dan 300.000,00 | 95 |
Wanneer de verwerving betrekking heeft op de echtgenoot, bedraagt de vermindering 100% van de waarde in de belastbare basis, met een maximum van 600.000 euro.
In het geval van een verwante in de zijlijn moet deze ouder zijn dan 65 jaar en moet hij of zij gedurende de twee jaar voorafgaand aan het overlijden bij de overledene hebben gewoond.
Voor de toepassing van deze afdeling wordt onder laatste gewone verblijfplaats van de overledene verstaan de plaats waar de overledene zijn laatste gewone verblijfplaats had, ook al is hij daarheen verhuisd om in een gespecialiseerd centrum verzorging te ontvangen of om bij de familieleden te wonen die deel uitmaken van de verwantschapsgroep die recht geeft op de vermindering, wanneer de overledene daarheen is verhuisd vanwege lichamelijke of geestelijke omstandigheden.
De kopers moeten het verworven onroerend goed gedurende vijf jaar na het ontstaan van de belasting behouden, tenzij de koper binnen die termijn overlijdt of het onroerend goed overdraagt krachtens een erfovereenkomst overeenkomstig de bepalingen van de Galicische burgerlijke wet.
Indien het onroerend goed tijdens de bovengenoemde periode wordt verkocht en het volledige bedrag wordt herbelegd in de aankoop van een onroerend goed in Galicië dat de hoofdverblijfplaats van de koper vormt of zal vormen, gaat de gevraagde vermindering niet verloren.
Wanneer dezelfde overdrager in één of meer akten meerdere gewone verblijfplaatsen overdraagt als gevolg van overlijden of erfovereenkomsten, kan de vermindering slechts voor één gewone verblijfplaats worden toegekend.
Overige verminderingen:
– Vermindering voor de verwerving van een vergoeding voor toxisch syndroom en voor daden van terrorisme.
– Vermindering voor de verwerving van activa en rechten die verband houden met een economische activiteit en aandelen in entiteiten
– Vermindering voor de verwerving van landbouwbedrijven en aangetaste elementen.
– Vermindering voor de verwerving van landelijke eigendommen
– Vermindering voor de verwerving van bosbouwbedrijven die deel uitmaken van het gebied van gezamenlijk beheer en afzet van de productie door groepen boseigenaren met rechtspersoonlijkheid
– Vermindering voor de verwerving van activa bestemd voor de oprichting of inbreng in een vennootschap of beroepsactiviteit
Schenkingen
Geld bestemd voor de verwerving van een hoofdverblijfplaats in Galicië
Een vermindering van 95% van de belastbare grondslag van de belasting wordt toegepast op schenkingen aan kinderen en afstammelingen van geld dat bestemd is voor de verwerving van hun hoofdverblijfplaats , mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a) De begiftigde moet jonger zijn dan 35 jaar of een vrouw zijn die het slachtoffer is van gendergeweld. In het eerste geval moet het gaan om de verwerving van hun eerste gewone verblijfplaats. In het tweede geval mogen zij geen eigenaar zijn van een andere woning.
b) Het bedrag van de schenking mag niet hoger zijn dan 60.000 euro. Deze limiet is uniek en geldt zowel in het geval van een enkele schenking als in het geval van opeenvolgende schenkingen, op voorwaarde dat deze ten gunste van dezelfde begiftigde worden gedaan, ongeacht of deze afkomstig zijn van één of verschillende ascendenten. Indien het bedrag van de in dit artikel bedoelde schenking of schenkingen dit bedrag overschrijdt, bestaat er geen recht op enige vermindering.
c) Het totaal van de belastbare grondslag minus het minimum voor de personen- en gezinsbelasting voor de inkomstenbelasting van de begiftigde, overeenkomend met de laatste belastingperiode waarvan de reguliere aangifteperiode is afgesloten op de datum van het ontstaan van de eerste schenking, mag niet meer bedragen dan 30.000 euro.
d) De schenking moet worden vastgelegd in een openbare akte waarin de wil wordt uitgedrukt dat het geschonken geld wordt gebruikt voor de verwerving van de hoofdverblijfplaats van de begiftigde. In het geval van personen jonger dan 35 jaar moet ook worden vermeld dat het hun eerste gewone verblijfplaats betreft. Deze wilsverklaring moet gelijktijdig met de schenking worden gedaan.
e) De begiftigde moet binnen zes maanden na de schenking een woning in Galicië verwerven. In geval van meerdere schenkingen wordt de termijn berekend vanaf de datum van de eerste schenking. De vermindering is niet van toepassing op schenkingen van geld na de aankoop van de woning, behalve in geval van verwerving met uitgestelde betaling of financiering door een derde, op voorwaarde dat wordt aangetoond dat het geschonken bedrag wordt gebruikt om het openstaande bedrag te betalen of om het krediet geheel of gedeeltelijk af te lossen, met inachtneming van de in de vorige paragrafen vastgestelde termijnen, beperkingen en vereisten, behalve wat betreft de berekening van de termijn van zes maanden, die voor elke schenking afzonderlijk wordt berekend.
f) De erkenning van de situatie van gendergeweld gebeurt overeenkomstig de bepalingen van wet 11/2007 van 27 juli, Galicische wet ter voorkoming en integrale aanpak van gendergeweld.
Overige verminderingen per schenking:
– Vermindering voor de verwerving van goederen en rechten die verband houden met een economische activiteit en aandelen in entiteiten
– Vermindering voor de verwerving van landbouwbedrijven en landelijke eigendommen
– Vermindering voor de verwerving van activa en rechten die verband houden met een economische activiteit, van aandelen in entiteiten en van landbouwbedrijven in erfovereenkomsten
– Vermindering voor de verwerving van bosbouwbedrijven die deel uitmaken van het gebied van gezamenlijk beheer en afzet van de productie door groepen boseigenaren met rechtspersoonlijkheid
– Vermindering voor de verwerving van goederen bestemd voor de oprichting van een vennootschap of een beroepsactiviteit.
Belastingvoet
Het volledige bedrag van de successie- en schenkingsrechten wordt verkregen door de volgende belastingvoeten toe te passen op de belastbare basis, afhankelijk van de graad van verwantschap zoals aangegeven in artikel 6.2 van deze geconsolideerde tekst:
a) In het geval van de belastbare gebeurtenissen bedoeld in de punten a) en c) van artikel 3.1 van Wet 29/1987 van 18 december 1987 betreffende de successie- en schenkingsrechten, en op voorwaarde dat de belastingplichtigen zijn opgenomen in de groepen I en II van artikel 6.2 van deze geconsolideerde tekst, is het volgende tarief van toepassing:
Belastinggrondslag – Tot euro’s | Volledig tarief – Euro’s | Rest van de belastinggrondslag – Tot euro’s | Toepasselijk tarief – Percentage |
0 | 0 | 50.000 | 5 |
50.000 | 2.500 | 75.000 | 7 |
125.000 | 7.750 | 175.000 | 9 |
300.000 | 23.500 | 500.000 | 11 |
800.000 | 78.500 | 800.000 | 15 |
1.600.000 | 198.500 | Vanaf nu | 18 |
b) In het geval van de belastbare gebeurtenissen bedoeld in artikel 3.1, onder b), van Wet 29/1987 van 18 december betreffende de successie- en schenkingsrechten, en op voorwaarde dat de belastingplichtigen zijn opgenomen in de groepen I en II van artikel 6.2 van deze geconsolideerde tekst en de schenking is vastgelegd in een authentieke akte, is de volgende vergoeding van toepassing:
Belastbare basis – Tot euro’s | Volledige vergoeding – Euro’s | Resterende belastbare basis – Tot euro’s | Toepasselijk tarief – Percentage |
0 | 0 | 200.000 | 5 |
200.000 | 10.000 | 400.000 | 7 |
600.000 | 38.000 | Vanaf nu | 9 |
c) Indien niet aan de in deze brief vastgestelde voorwaarden wordt voldaan, wordt het in het vorige punt vermelde tarief toegepast.
d) In het geval van de belastbare gebeurtenissen bedoeld in de leden a, b en c van artikel 3.1 van Wet 29/1987 van 18 december 1987 betreffende de successie- en schenkingsrechten, en op voorwaarde dat de belastingplichtigen zijn opgenomen in groepen III en IV van artikel 6.2 van deze geconsolideerde tekst, wordt het volgende tarief toegepast:
Belastbare basis – Tot euro’s | Volledig tarief – Euro’s | Rest van de belastbare basis – Tot euro’s | Toepasselijk tarief – Percentage |
0,00 | 0,00 | 7.993,46 | 7,65 |
7.993,46 | 611,50 | 7.987,45 | 8,50 |
15.980,91 | 1.290,43 | 7.987,45 | 9,35 |
23.968,36 | 2.037,26 | 7.987,45 | 10,20 |
31.955,81 | 2.851,98 | 7.987,45 | 11,05 |
39,943,26 | 3,734,59 | 7,987,46 | 11,90 |
47.930,72 | 4.685,10 | 7.987,45 | 12,75 |
55.918,17 | 5.703,50 | 7.987,45 | 13,60 |
63.905,62 | 6.789,79 | 7.987,45 | 14,45 |
71.893,07 | 7.943,98 | 7.987,45 | 15,30 |
79.880,52 | 9.166,06 | 39.877,15 | 16,15 |
119.757,67 | 15.606,22 | 39.877,16 | 18,70 |
159.634,83 | 23.063,25 | 79.754,30 | 21,25 |
239.389,13 | 40,011,04 | 159,388,41 | 25,50 |
398,777,54 | 80,655,08 | 398.777,54 | 29,75 |
797.555,08 | 199.291,40 | Vanaf nu | 34,00 |
Belastingplicht
De successie- en schenkingsrechten worden berekend door op het volledige bedrag de overeenkomstige vermenigvuldigingscoëfficiënt toe te passen van de hieronder vermelde coëfficiënten, vastgesteld op basis van het bestaande vermogen van de belastingplichtige en de groep, overeenkomstig de in artikel 6, lid 2, van deze geconsolideerde tekst aangegeven graad van verwantschap:
Bestaande activa – Euro | I en II | III | IV |
Van 0 tot 402.678,11 | 1 | 1.5882 | 2 |
Van meer dan 402.678,11 tot 2.007.380,43 | 1 | 1.6676 | 2,1 |
Van meer dan 2.007.380,43 tot 4.020.770,98 | 1 | 1.7471 | 2,2 |
Meer dan 4.020.770,98 | 1 | 1.9059 | 2,4 |
Bonificaties van de belastingplicht
Verwantschapsgroep I
Aftrek van 99% van het bedrag van de termijnbetaling.